Inleiding
Als je een elektrisch onderdeel iets wilt laten doen sluit je het aan op een elektrische voeding. De bron kan een wisselspanning of gelijkspanning zijn. Onderdelen (binnen de modelspoortoepassing) die ontworpen zijn voor wisselspanning kunnen in 99% van de gevallen zonder problemen ook op gelijkspanning werken. Onderdelen die ontworpen zijn voor gelijkspanning kunnen meestal niet werken op wisselspanning. Onder andere om die reden werkt de OC32 ALLEEN met GELIJKspanning. In het vervolg van deze tekst spreken we ook alleen over GELIJKspanning en GELIJKstroom
Als je een onderdeel wilt kunnen schakelen, moet je de stroomtoevoer tot het onderdeel kunnen aan en uitzetten. Als je onderdeel 2 aansluitingen heeft kan dat op 2 manieren: door de aansluiting naar de + van je voeding te onderbreken, of door de aansluiting naar de - van je voeding te onderbreken. Het effect is identiek: de stroomkring wordt verbroken en je apparaat stopt.
Als je de verbinding tussen je apparaat en de - verbreekt, onderbreek je feitelijk de afvoer van de stroom (afvoer= "sink" in het Engels) waardoor deze stopt. Een schakelaar die dat zo doet noemen we binnen de OC32 daarom een "sink-driver".
Als je de verbinding tussen je apparaat en de + verbreekt, onderbreek je feitelijk de aanvoer van de stroom (aanvoer of bron = "source" in het Engels) waardoor deze stopt. Een schakelaar die dat zo doet noemen we binnen de OC32 daarom een "source-driver".
Sink -en source drivers
Sink -en Source drivers kunnen relatief hoge stromen en spanningen schakelen (tot 0,5A / 35V). Zo'n driver wordt aangestuurd door de elektronica (microprocessor) op de OC32, maar belast die elektronica nauwelijks. Hij vormt een soort scheiding tussen je elektronica en de belasting die je aansluit. Door het toepassen van dergelijke drivers kan de OC32 dus grotere vermogens schakelen zonder intern overbelast te raken.
De keuze tussen een source -en sink driver maakt bij een onderdeel met alleen een enkele + en - niet uit. Aangezien sink-drivers het goedkoopst en gemakkelijkst verkrijgbaar zijn kiezen we meestal daarvoor. Heb je een onderdeel met meer aansluitingen dan kan de keuze wel van belang zijn. Heb je een sein met een gemeenschappelijke +, dan is de + permanent aangesloten en moet je de verschillende seinbeelden maken door de juiste aansluitingen met de - te verbinden. Dat kan met een sink-driver. Heb je zo'n sein, dan moet je daarvoor dus een sink-driver toepassen. Als je een sein hebt met gemeenschappelijke - (min), komt aanzienlijk minder vaak voor, dan werkt het precies andersom. De min is dan permanent aangesloten en je moet de verschillende seinbeelden maken door voedingsspanning te zetten op de juiste (+) aansluitingen. Dat kan met een source driver. Heb je zo'n sein, dan moet je daarvoor dus een source driver plaatsen.
Een combinatie van een source -en sink driver komt feitelijk alleen voor als je gelijkstroommotoren wilt aansluiten die 2 kanten op moeten kunnen draaien. Voor details verwijzen we naar de OC32 handleiding.
Weerstandsbank
Behalve source -en sink drivers heb je ook nog de mogelijkheid om een weerstandsbank te plaatsen.
Een weerstandsbank is een ding dat er uit ziet als een IC met 16 pootjes, alleen zit er tussen 2 tegenoverliggende pinnen steeds een weerstand, in totaal dus 8 weerstanden per "doosje". Bij gebruik van een weerstandsbank zit er geen versterker meer tussen de OC2 elektronica en je aangesloten onderdeel. De energie voor de aansturing van je onderdelen komt dan rechtstreeks uit de processor van de OC32 en de spanning die zo'n uitgang levert is 5V. Deze methode van aansturen werkt alleen voor heel lichte belastingen, bv het aansturen van een LED. Het prettige is echter wel dat de voorschakelweerstand voor de LED nu al in de OC32 zit en je die niet meer apart hoeft aan te brengen. Verder werkt een OC32 uitgang die voorzien is van een weerstandsbank als een source -en sink driver tegelijk. Hij kan dus zowel stroom leveren als stroom afvoeren en kan dus zowel werken voor onderdelen die een gemeenschappelijke + als een gemeenschappelijke - vergen. De beperking zit in de maximale spanning van 5V en en maximale stroom van ca 20mA.
Servomotor
Een weerstandsbank gebruik je ook bij het aansturen van servomotoren. Een servomotor heeft zelf elektronica aan boord. De aansluiting tussen OC32 en servomotor is slechts een signaaldraad. Een draadje waarmee de OC32 aan de servo vertelt in welke stand hij moet gaan staan. Dit is een digitaal signaal dat slechts weinig vermogen vergt. Het vermogen om de servo te laten draaien wordt namelijk apart aan de servomotor toegevoerd. In zo'n digitale verbinding moeten geen drivers zitten die het signaal verstoren. Feitelijk hoeft er ook geen weerstand in te zitten en zou je technisch kunnen volstaan met een draadbrug, alleen hebben we van die weerstand ook geen last en hij zorgt voor een zekere mate van bescherming van de OC32 processor mocht je per ongeluk iets verkeerd aansluiten of in het geval dat er vreemde stoorsignalen optreden.